Mijn Ontwikkel Map (MOM)

Doorlopende ononderbroken ontwikkeling

Ontwikkeling van kinderen gaat in verschillende fasen en start natuurlijk al bij de geboorte. We vinden het op onze school belangrijk dat we aansluiten bij het actuele ontwikkelniveau van ieder kind (Wat kun jij eigenlijk al? Wat weet jij al?) om vanuit daar steeds stapjes in de ontwikkeling te kunnen maken. We hebben ons onderwijs dan ook zo georganiseerd dat we aansluiten bij wat het kind al kan en weet en het vervolgens uitdagen tot een volgend ontwikkelstapje (een volgend segment). 

Dat betekent dat kinderen niet beperkt worden in hun ontwikkeling, maar altijd verder kunnen en uitgedaagd blijven. Onafhankelijk van hun leeftijd of groep. Omdat we het belangrijk vinden dat ieder kind zich ontwikkelt tot zijn beste en mooiste versie, betekent dat ook dat we kinderen uitdagen steeds een stapje extra te zetten. Dat kan betekenen dat kinderen bijvoorbeeld extra instructietijd of inoefentijd krijgen om zich bepaalde doelen eigen te maken.

Inhoud Mijn Ontwikkel Map

Mijn OntwikkelPlan (MOP)
We vinden het belangrijk onderwijs op maat te bieden. Om dit steeds beter te kunnen realiseren werken we met een eigen plan voor ieder kind: Mijn OntwikkelPlan. In dit plan staat alle informatie over de ontwikkeling van het kind bij elkaar. Dit plan wordt opgesteld door kind, ouder(s) en school. Vervolgens stellen we het plan een aantal keren per jaar in overleg met kind, ouder(s) en school bij.

Dit ben ik
Achter dit tabblad vind je informatie over de sociaal-emotionele ontwikkeling en het welbevinden van het kind. Te denken valt aan de kwaliteiten en talenten van het kind, de sociale vaardigheden en hoe het kind zich voelt op school.

Mijn doelen
Voor elke unit staan alle doelen waaraan we werken overzichtelijk bij elkaar op zogenaamde doelenkaarten. Ieder kind heeft deze doelenkaarten in de eigen map. Op de kaart houden we samen met het kind bij of het aan een doel is begonnen (Leerling), of het kind het doel al voldoende beheerst (Prof) of dat het kind het zo goed beheerst dat ze het bijvoorbeeld ook kunnen uitleggen aan andere kinderen (Master).

Mijn eigen werk
Achter dit tabblad komt met het kind geselecteerd werk van de afgelopen periode.

Mijn toetsen
Achter dit tabblad komt een grafiek van de summatieve toetsen (Cito).
Deze toetsen worden midden en eind van het schooljaar afgenomen vanaf segment 13.


Referentieniveaus en segmenten
Alle scholen in Nederland moeten ervoor zorgen dat kinderen aan het eind van de basisschool een bepaald niveau halen. We noemen dit referentieniveaus. Op basis van deze referentieniveaus gecombineerd met zaken als werkhouding en zelfstandigheid (leren leren), wordt aan het eind van de basisschool gekeken welke vervolgschool (voortgezet onderwijs) passend is voor het kind.  

Indicatie uitstroomprofielen bij referentieniveaus:
1F is ongeveer: VMBO basis - kader
1S is ongeveer: VMBO theoretisch/ Havo
> 1S is ongeveer uitstroom: HAVO/ VWO 

Om de referentieniveaus te behalen, hebben we op De Duizendpoot de hele leerlijn opgeknipt in stukjes. Deze worden segmenten genoemd. Kinderen doorlopen deze segmenten in het tempo dat bij hen past, waarbij we hoge verwachtingen hebben van ieder kind ("Ieder kind kan en wil leren").

Aan het eind van de basisschool:

- Haalt elk kind referentieniveau 1 F = segment 21 voor taal en segment 20 voor rekenen.
- Streven we naar 47% van de kinderen op referentieniveau 1S/2F = segment 23 voor taal en segment 22 voor rekenen.



Welke segmenten in welke unit?
Bij elk segment horen verschillende doelen. Voor de jongste kinderen zijn dit vooral ervaringsdoelen. Ieder kind heeft in Mijn Ontwikkel Map per kernactiviteit en per domein een doelenkaart, waarop te zien is welke doelen het al beheerst en in welke mate.  

Het onderwijs in unit 1 is gericht op het behalen van de doelen van segment 6 t/m 14.
Het onderwijs in unit 2 is gericht op het behalen van de doelen van segment 15 t/m 20. 
Het onderwijs in unit 3 is gericht op het behalen van de doelen van segment 21 t/m 24. 
Voor kinderen die zich snel ontwikkelen zijn de segmenten 25 en 26 toegevoegd.   

Versnellen en vertragen
Doubleren (een jaar opnieuw doen) of zitten blijven (stil staan) is niet aan de orde op onze school.  Op een aantal vaste momenten in het jaar (opgenomen in de kalender) maken kind, ouder(s)/ verzorger(s) en school een stand van zaken op en kijken in welk segment een kind zit en in welke basisgroep/ unit dit kind het beste past om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen tot de mooiste en beste versie van zichzelf. Uiteraard speelt het welbevinden van een kind (sociaal-emotionele ontwikkeling) hierbij een rol. Het kan dan zijn dat een kind een halfjaar of een jaar langer of korter nodig heeft in een unit om de doelen te behalen. Omdat de ontwikkeling van het kind voorop staat, is het ook mogelijk tussentijds (halverwege een schooljaar) door te stromen naar een volgende unit. 

Tot segment 18 is het streven alle kinderen minimaal statistisch leeftijdsadequaat mee te nemen. Kinderen krijgen bijvoorbeeld intensievere instructie, extra oefentijd of andere vormen van inoefenen om de segmenten van de unit te halen.

Tot segment 18 kiezen we in principe niet voor 'versnellen' (behalve bij technisch lezen). Kinderen die zich snel ontwikkelen, kunnen hun uitdaging vinden in de segmenten die in de unit centraal staan. Daarnaast zorgen we voor compactere oefenstof en een uitdagend verdiepend en verbredend aanbod.

Uitstroomperspectief
Na 5 jaar basisonderwijs wordt samen met kind en ouder(s)/ verzorger(s) gekeken wat een passend perspectief/ ambitie lijkt voor het einde van de basisschool. Er is dan in principe nog 3 jaar om richting dit uitstroomperspectief te werken. Versnellen is dan eventueel ook mogelijk.